Stoppen: je neemt even de tijd om de dagelijkse activiteiten te onderbreken. Voor velen is dat de moeilijkste stap. Om die reden leer je mindfulness best in groep. Daar stopt de groep samen … en dat geeft extra kracht.
Landen: jammer genoeg is het niet zo dat als jij ‘stopt’, ook je gedachten en emoties stoppen. Die hollen doorgaans gewoon door. Daarom volg je een landingsprocedure, waarbij je de focus bijvoorbeeld op je ademhaling legt. Dat helpt om hier en nu, in dit lichaam, in dit moment aan te komen en te landen.
Observeren: je observeert wat er zich in je geest en lichaam afspeelt. Wat doet je geest? Begint die al aan de dagplanning? Is ie onrustig? Maakt hij zich ergens zorgen over? En wat gebeurt er in je lichaam? Voel je je nog moe? Hoe verloopt je ademhaling? Je observeert de geestelijke en lichamelijke processen. Je merkt op dat ze komen en gaan en je kan er een zekere rust in vinden. Hoe onrustig de geest ook is, hoe onprettig het lichaam ook voelt… je observeert en traint jezelf om dieper te kijken. Door dit diepgaande kijken, krijg je inzicht in je eigen systeem: na verloop van tijd herken je de gewoontepatronen van je geest.
Wise action: als je die gewoontepatronen vervolgens in het dagelijkse leven ontmoet, kan je daar rustig afstand van nemen. In de plaats van automatisch en reactief in het leven te staan, kan je hier bewust kiezen voor een strategie. Heb je bijvoorbeeld tijdens een vergadering de gewoonte om te vaak ‘ja’ te zeggen? Trek je de opdrachten te makkelijk naar je toe? Dan kan jouw wise action inhouden dat je de vrijheid neemt om te kiezen voor je persoonlijke welzijn. Resultaat? Je reageert niet meteen op automatische piloot, maar kiest voor een handeling: je formuleert een vriendelijke, maar heel bewuste ‘neen’. Meer info vind je op bij ITAM – Bjorn Prins.